Hebben jullie ook zo’n zin om weer het bos in te gaan? Ga dan met ons mee op een kabouterwandeling! Deze creatieve wandeling voor gezinnen organiseren wij in samenwerking met Landschap Overijssel en Vrouwenplatform Carree Overijssel.
Huis De Horte
De wandeling zal plaatsvinden op vrijdag 6 mei 2016, en nogmaals op zondag 22 mei 2016 op het terrein van Huis de Horte bij Dalfsen (onder de rook van Zwolle). Bij De Horte is een prachtig bos vol met beukenbomen en bijzondere boomsoorten, zoals een grote sequoia en een ginkgo.
Kabouterwandeling
Om 10.00 uur verzamelen we bij de parkeerplaats van De Horte, waar wij jullie opwachten. De kinderen kunnen spelen op de aangrenzende bosspeelplaats terwijl we wachten tot iedereen er is. Als we compleet zijn, gaan we beginnen met de wandeling. We houden deze aan de korte kant en verzamelen materialen uit het bos.
Verdieping
Na de wandeling schenken we even wat aandacht aan de verbinding tussen bomen en mensen. En dan gaan we aan het werk voor de kabouters! Hoe precies, dat is nog even een verrassing…..
Kampvuur
Ter afsluiting zorgt Landschap Overijssel voor een gezellig kampvuur -als het weer het toelaat- waarop de kinderen broodjes mogen roosteren. Ook is er cake, en drinken voor iedereen.
Aanmelden
Nog even alles op een rijtje:
Wanneer: vrijdag 6 mei 2016 en zondag 22 mei 2016
Begin: 10:00 uur
Einde: Omstreeks 12:00 uur
Waar: Huis de Horte, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen
Prijs: gratis, maar deelname alleen op aanmelding
Het aantal plaatsen is beperkt. Deelnemen kan alleen na aanmelding. Stuur ons een mail: [email protected] en geef aan wanneer en met hoeveel mensen je wilt komen. Als je eerst nog vragen hebt, kun je die uiteraard stellen.
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
In mijn serie over de zintuigen maak ik vandaag met jullie een uitstapje. We gaan het hebben over echtheid, van speelgoed en spel in het bijzonder. Want of je het nu hebt over speelgoed van natuurlijke materialen, kleding van natuurzuivere stoffen, of over voedsel dat je levenskrachten opbouwt, echtheid is een belangrijk concept in de antroposofie. Lees vandaag waarom speelgoed van natuurlijke materialen belangrijk is voor de ontwikkeling van de zintuigen:
Allereerst: wees zelf echt!
Het allerbelangrijkste wat je kunt doen om een gezonde ontwikkeling van je kindje mogelijk te maken is: zorg voor echt contact. Gelukkig is dit ook meteen het leukste en fijnste wat je kunt doen. Neem je kindje van begin af aan bij je zo vaak het kan, maak oogcontact, praat met je kindje en luister ook goed; ook een baby is al graag de gesprekspartner van mama en papa. En als een kleintje groter wordt, is dit soort actieve, bewuste verbinding met jou van het grootste belang. Je geeft daarmee erkenning en geborgenheid, en van daaruit voelt je kindje zich veilig genoeg om de wereld te gaan verkennen. Als je dan begint met (vooral) speelgoed van natuurlijke materialen te geven, zet je deze ontwikkeling voort op de meest logische manier.
Stem af op je kind
Doe dus moeite om je af te stemmen op je kind. Mijn grootste tip: kies niet op voorhand allerlei doelen of resultaten, maar kijk en luister goed waar je kind van geniet. Een praktisch voorbeeld: als ik met mijn kleindochtertje het park in ga, is de verleiding groot om naar de speeltuin te willen gaan en daarna een rondje om de vijver te lopen. Maar al bij het allereerste heuveltje in het pad wil zij graag naar boven en dan zo hard mogelijk naar beneden rennen, mijn armen in. Niet één keer, maar wel tien keer. Of twintig.
Ik had niet meteen door hoe belangrijk dat is- ik had immers mijn wandelrondje in mijn hoofd en dat wilde ik gaan lopen. Maar nu ik me bewust ben van haar behoefte aan beweging en wisselwerking, vind ik het heerlijk om mee te doen. En zo doe ik het ook met speelgoed. We zijn immers beslist niet verplicht om van blokken een toren te bouwen, of om een pop elke keer netjes aan- en weer helemaal uit te kleden. Juist tijdens vrij spel kun je zo creatief zijn als je maar wilt, en: je gebruikt vanzelf al je zintuigen. Zéker als je speelgoed hebt gekozen van natuurlijke materialen, want dat nodigt daar helemaal toe uit.
Plastic of hout, eenvoudig of gedetailleerd
Als je plastic speelgoed vergelijkt met speelgoed van hout of textiel, dan zie je dit:
Natuurlijke materialen geven veel verschillende ervaringen aan de tastzin. Plastic voelt -los van de vorm- steeds gelijk, of je nu een pop vasthoudt, een auto, of blokken. Maar hout kan steeds weer anders zijn, met bast of zonder, glad of oneffen, droog of soepel, met of zonder nerf. Iets vergelijkbaars geldt voor poppen; zonnekindpoppen zijn een rijkdom voor je tastzin. Beide soorten speelgoed zijn veel “levender” dan plastic. Dat nodigt er ook toe uit om er respectvoller mee om te gaan.
Daarbij komt dat plastic, met zijn lichte gewicht, de zintuigen een beetje voor de mal houdt. Een robuuste houten auto is zwaar, dat “klopt” voor je gevoel. Een plastic auto daarentegen weegt nooit veel.
Mooi is ook, dat spelen met natuurlijke materialen je fantasie stimuleert. Je kunt zeggen: hoe eenvoudiger het speelgoed, hoe groter het effect op de verbeeldingskracht. Iedereen die graag creatief bezig is, weet dit zelf ook. Leg de tafel vol met blaadjes, eikeltjes, draadjes en lapjes, en je kunt bijna niet meer stoppen met mooie dingen maken, zóveel nieuwe ideeën krijg je vanzelf! Met je hele wezen doe je mee. Voor eenvoudig speelgoed geldt precies hetzelfde.
De eerste keer dat ik, wonend in een antroposofische gemeenschap, Kerst vierde was een behoorlijke schok. Waar is de Kerstboom? En toen die er was: Waar zijn de ballen? O jee, hoe verhoud ik mij hier nu weer toe?!
Symboliek
De antroposofische kerstboom staat vooral bol van de symboliek. De christelijke en de voor-christelijke symboliek gaan daarbij hand in hand. In onze boom hingen appels, koperen planetensymbolen, rozen en prachtige bijenwaskaarsen. Ga je voor puur, dan houd je het hier bij, of eigenlijk, mik je de appels er ook nog uit! Maar na wat verdieping is het leuk om eens te kijken welke symbolen je zelf in de boom zou willen toevoegen.
De ingrediënten voor je boom
Rozen: 30 rode rozen, en 3 witte. De dertig rode staan voor de jaren dat Christus op aarde was, vóór zijn doop in de Jordaan. De drie witte voor de jaren na zijn doop, tot aan zijn dood. De witte rozen worden bovenin de boom gezet. Eigenlijk moeten het echte rozen zijn, maar ik denk dat Rudolf Steiner zich toen nog niet bewust was van de effecten van kasteelt op het milieu. Van vloeipapier of zijde zijn prachtige rozen te maken die jaren meegaan.
Kaarsen: wij hielden het op 30 ‘gewone bijenwaskaarsjes’ en drie rode, waarbij de voorgaande symboliek overeen komt. Ben je bekend met kaarsen in de boom, dan weet je twee dingen:
bijenwaskaarsen kosten veel geld (ze een dag in de vriezer leggen schijnt de brandduur te verlengen) en
Je krijgt nooit 33 kaarsen veilig in een kleine kerstboom. Bij ons waren de 33 kaarsen dus voorbehouden aan de grote, centrale boom. Nu, in ons eigen huis, gebruik ik gewone kerstboomkaarsen uit een typisch Nederlandse keten of van een tuincentrum. Een stuk of tien, plus drie rode bovenin past prima. Een andere invulling is 12 kaarsen voor twaalf dierenriemtekens.
Geen ervaring met kaarsen? Wees gerust: het is echt niet gevaarlijk, zolang je bewust bij de boom bent en ze nooit laat branden wanneer je er niet bij bent. Er zijn erg leuke houdertjes te koop.
Appels: een typisch ‘heidens’ verschijnsel, wat in principe los staat van de antroposofie. Vruchten werden als offer bij een boom gelegd, en waarschijnlijk op een gegeven moment erin gehangen, als symbool voor een vruchtbaar jaar.
Symbolen: Rudolf Steiner introduceerde zeven tekens om in de boom te hangen. Ze alle toe te lichten maakt dit artikel erg lang, vandaar twee hyperlinks onder dit artikel. Kort gezegd zijn het symbolen voor het viervoudig- en het drievoudig mensbeeld, van Egyptische en Taoïstische symbolen en symbolen van het alomvattende: van begin tot eind, van Alpha tot Omega.
Planeettekens: Naast deze zeven symbolen kunnen er nog zeven planeettekens opgehangen worden, symboliek voor zeven ontwikkelingsfasen van aarde en mensheid. In de link vind je hoe deze symbolen in de boom gehangen zouden moeten worden, want dat is geen kwestie van lukraak erin stoppen! In de gemeenschap waarin ik woonde hadden we prachtige symbolen van koper. Ze maken van goudkleurig karton, of uitzagen en verven is een prima alternatief.
Anders dan anders
Dat is wel wat anders hè, zo’n boom. Vergeleken met een boom vol knipperende lampjes, engelenhaar en paarse ballen. Ik moest er aan wennen, ik zal eerlijk zijn, en vind het geen boom die per se veel gezelligheid uitstraalt. Wel is het een boom om samen met je kinderen, heel bewust bij te zitten: de kaarsen aandoen, vertellen over een of meerdere symbolen, een verhaal lezen… Kortom: een boom vol verhalen, een boom voor verwondering en verdieping. Precies waar Kerst zich uitermate goed voor leent.
Wanneer zet je de antroposofische kerstboom op?
En dan nu het toetje: de kerstboom wordt in deze traditie pas opgezet op Kerstavond, 24 december, en met Driekoningen, 6 januari, weer afgetuigd… (maar ik zal een oogje dichtknijpen wat betreft de opzetdag hoor).
Veel plezier met het optuigen van je eigen boom!
Voordracht over de kerstboom door Rudolf Steiner: http://wn.rsarchive.org/Lectures/19061217p02.html
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Zou dat niet handig zijn? Een mini-zonnecel met ingebouwde omvormer, overal mee naar toe te nemen en te gebruiken. Als lamp, of als oplader van je mobiele apparatuur. Handig voor survival-liefhebbers, of op de camping, en verder overal waar je geen stopcontact tot je beschikking hebt. Wat blijkt? Zo’n apparaat bestaat al. En het heet WakaWaka Power.
Lamp en oplader
Inderdaad: de WakaWaka werkt op zonne-energie. Je maakt er je eigen elektriciteit mee, en die kun je gebruiken voor verlichting -de WakaWaka is feitelijk een lamp-, of om je mobiele apparatuur mee op te laden. Als dat niet duurzaam is!
Buy one, give one
En bovendien is de WakaWaka erg sociaal. Als je er eentje aanschaft, wordt er ook eentje geschonken aan iemand in een ontwikkelingsland. En mocht je denken: “Wat hebben ze er daar dan aan?”, dan kan ik je meteen een prachtig feit uit de doeken doen: een vroedvrouw kan levens redden met de WakaWaka, omdat ze er een bevalling mee kan verlichten. Echt! Ook helpt de WakaWaka kleine ondernemers die hun bedrijf niet meer hoeven te verlichten met behulp van gevaarlijke brandstoffen als benzine of gas. En dan heb ik het nog niet eens over al die schoolkinderen die elke avond bij het licht van de WakaWaka hun huiswerk kunnen maken. Iets wat anders domweg niet mogelijk zou zijn bij afwezigheid van een lichtnet.
Die moest ik hebben!
Nu had ik ongeveer een jaar geleden al eens een reclamefilmpje gezien voor de WakaWaka. Mijn interesse was meteen gewekt, en als ik op dat moment in de gelegenheid was geweest om op een “buy now”-knop te drukken, dan had ik dat zeker gedaan. Maar zo’n knop was er op dat ogenblik niet en het moment ging voorbij. Gelukkig doet mijn bank inmiddels mee aan een mooi WakaWaka-project, en daardoor werd mijn aandacht opnieuw gevestigd op dit handige lampje annex oplader voor mobiele apparatuur. Ik las de advertentie en deze keer aarzelde ik geen moment: ik bestelde een WakaWaka. Goedkoop was hij met z’n € 69 overigens niet, maar omdat ik er tevens een heel goed doel mee ging steunen, vond ik dat geen enkel probleem.
Levering
De WakaWaka arriveerde netjes op tijd als een handig en compact pakketje.
Toen ik ‘m uitpakte, verscheen er een fraai vormgegeven kartonnen boekje met een uitsparing voor het apparaat zelf. In het boekje vond ik de gebruiksaanwijzing, maar ook allerlei wetenswaardigheden over de WakaWaka, en een code waarmee ik zelf kon bepalen waar mijn “weggeef-WakaWaka” naartoe gaat. Dit laatste bleek later niet altijd op te gaan- vanaf 26 april 2015 bijvoorbeeld gaat elke gedoneerde WakaWaka voorlopig naar de aardbevingsslachtoffers in Nepal. Wat natuurlijk een prima idee is.
De mini-zonnecel opladen
Ik haalde mijn WakaWaka uit de verpakking. Het apparaat is zwart met geel, ongeveer zo groot als een smartphone (iets korter, iets dikker), en is voorzien van een naar twee kanten uit te klappen voet. In de voet zit ook een rond gat dat om een flessenhals past en waarmee je de lamp dus gemakkelijk kunt verhogen (de fles is dan de lampvoet), of waaraan je hem op kunt hangen. In de gebruiksaanwijzing staat heel duidelijk, in het Engels en met illustraties, hoe je het apparaat moet opladen en gebruiken.
Opladen maar!
Het was een sombere dag, maar ik kon de WakaWaka gewoon opladen door hem op de tuintafel neer te zetten. Een handig signaaltje liet me weten dat de accu op “Normal Charge”, dus normaal tempo, werd opgeladen. Bij meer zon was dit vast “Fast Charge” geweest. Overigens, je kunt de WakaWaka ook gewoon opladen met een usb-kabel via het stopcontact. Maar dan gebruik je dus geen zonne-energie, en het opwekken van de stroom is niet gratis. Bovendien, en dat is het enige minpuntje dat ik heb kunnen vinden: zo’n kabeltje wordt niet meegeleverd.
En nu: licht in de duisternis!
Nu heb ik dus een werkende WakaWaka Power. Hij geeft best wel fel licht, gelukkig te dempen, in totaal zijn daar vier standen voor. Daardoor is de WakaWaka handig bij het klussen in erg donkere hoekjes (waar je hem kunt neerzetten op zijn uitklapbare voet of ergens kunt ophangen), lezen, of als nachtlampje. Zelfs kun je een automatisch, visueel “SOS”-signaal afgeven. Als lampje had ik mijn WakaWaka even niet nodig, maar Naomi heeft er binnen twee uur haar smartphone mee opgeladen.
De WakaWaka vanuit antroposofisch perspectief gezien
Ik ben blij met mijn WakaWaka, vooral omdat ik weet dat er ook eentje naar Nepal is gegaan. En dat is meteen een aspect dat ik heel erg vind passen bij de antroposofie. Steiner sprak binnen het sociale systeem van de Driegeleding van “broederschap”, het helpen van elkaar in economisch opzicht. Wij, levend in de rijke Westerse wereld, hebben via het concept van de WakaWaka een mogelijkheid gekregen om Broederschap toe te passen ten opzichte van de ontwikkelingslanden. De lamp maakt het kinderen mogelijk om te studeren, kleine ondernemers om hun winkels en werkruimten goedkoop en veilig te verlichten, en zwangeren om hun kinderen veilig ter wereld te brengen. Daarbij bevordert het apparaat de duurzaamheid ook nog eens een keer, wat ook helemaal past binnen de antroposofie. Kortom, de WakaWaka past heel goed binnen de antroposofische principes.
Wil je meer weten over de WakaWaka? Kijk dan op de website van de Consumentenbond, of op de website van WakaWaka zelf.
Ik ben wel benieuwd of jullie er misschien ook al eentje hebben, en wat jullie ervaringen dan zijn!
Appels en het Michaelsfeest horen bij elkaar. Daarom geef ik deze week een recept voor een heerlijke, friszoete appelcompote. Maak je liever appelmoes? Dat kan!
Appelcompote
Op de vrijeschool krijgen de jongste kinderen vaak een appel en wat bloem mee om een appelkoek van te bakken. Uiteraard kun je nog veel meer doen met appels, en daarom heb ik een recept voor suikervrije appelcompote voor jullie geschreven. Het is leuk, snel en makkelijk en vooral…erg lekker!
Ingrediënten
Je hebt nodig:
vijf grote (biologische) moesappels, zoals goudreinetten
100 ml water
een theelepel kaneel
En eventueel, als je daarvan houdt:
een eetlepel oerzoet. (Oerzoet is ongeraffineerd gedroogd suikerrietsap. Alle voedingsstoffen zitten er nog in. Je koopt het bij natuurvoedingswinkels zoals De Tuinen. Ben je gevoelig voor suiker, dan kan je bloedsuikerspiegel ervan gaan schommelen, laat het dan liever weg).
een halve theelepel gemberpoeder
Aan de slag
Schil de appelen met een mesje, en verwijder de klokhuizen met een appelboor. Snijd de appels in stukjes (doe dit zo netjes of slordig als je zelf wilt) en gooi ze in een grote pan. Voeg het water toe en zet de pan op het vuur. Breng het water aan de kook. Stel een kookwekker in op twaalf minuten.
De eerste twee minuutjes mag het vuur best iets hoger, maar zet het daarna laag. Doe een deksel op de pan en roer af en toe met een houten spatel. Na twaalf minuten vond ik de compote goed van samenstelling, en heb ik de pan van het vuur gehaald. Als je liever appelmoes wilt maken is dat heel gemakkelijk: laat dan de appels nog drie minuten langer koken.
Roeren of stampen
Als je de pan van het vuur hebt gehaald, roer je nog even goed door. Heb je zonet voor appelmoes gekozen, pak dan een stamper en stamp de appels goed fijn.
Kaneel en oerzoet
Voeg nu de theelepel kaneel en de eetlepel oerzoet toe, als je dat graag wilt. Ik vind oerzoet een heel fijne suikervervanger en gebruik hem graag. Je kunt natuurlijk ook een andere suikervervanger gebruiken, zoals kokosbloesemsuiker of agavesiroop. Roer weer goed door en proef even (wel eerst blazen!). Ik hou persoonlijk van een wat frissere en natuurlijke smaak, waarbij je goed proeft dat het om appelcompote gaat en niet om een gezoete compotemassa met appel. Hou je van meer zoet? Voeg dan naar smaak twee tot drie eetlepels extra oerzoet toe en proef opnieuw.
Gember, ja of nee?
Als extra smaakmaker voegde ik een halve theelepel gemberpoeder toe. Hou je niet van gember? Don’t try this at home…
Weer even goed doorroeren als je alles hebt toegevoegd wat je wilde, en (na nog even goed geproefd te hebben) kun je de appelmoes in een bewaarbak schenken. Of je kan hem natuurlijk ook meteen serveren! Eet smakelijk!
Zelfgemaakte pizza- bij ons thuis zijn we er dol op. Zó dol zelfs dat wij twee keer per week pizza eten. Sinds jaar en dag gebruik ik een gemakkelijk en gezond recept, dat ik graag met jullie deel.
En wil je je kinderen mee laten helpen, dat kan dat prima. Leuk detail: baby’s die worden bijgevoed met de Rapley-methode, kunnen vanaf de leeftijd van 9 maanden gewoon meeëten. Laat in dat geval wel de salami weg.
Ingrediënten voor de bodem
Ik geef de hoeveelheden voor 4 volwassenen. Per persoon heb je dan 100 gram bloem nodig. Kinderen eten natuurlijk wat minder. Het is waarschijnlijk even puzzelen voordat je weet hoe groot ieders pizza zou horen te zijn; uiteindelijk weet je wat er nodig is en kun je alle hoeveelheden omrekenen voor jouw gezin. Maar zeker voor de eerste keer is het handig om gewoon een bakplaat met pizza te maken. Als die schoon op gaat en niemand heeft meer honger, dan weet je genoeg. En is er wat over, dan kun je dat best later opwarmen in de magnetron. Onderaan vind je nog een leuke tip om iedereen écht zijn eigen pizza te geven.
Ingrediënten
Voor 4 volwassenen heb je nodig:
220 ml water
1 zakje gedroogde gist
2 theelepels zout
1 eetlepel olijfolie
400 gram biologische tarwebloem, of speltbloem
twee theelepels gedroogde Italiaanse kruiden
Een bakplaat
Doe alle ingrediënten bij elkaar in een deegkom en kneed alles met je handen goed door elkaar. Leg een theedoek over de kom en laat het deeg minstens een half uur rijzen. Kneed het deeg dan nogmaals goed door en laat het weer een half uur rijzen.
Rijzen? Daar heb ik helemaal geen tijd voor!
Heb je hier geen tijd voor, neem dan in plaats van bloem en gist zelfrijzend bakmeel, dan kun je het rijzen helemaal overslaan. Als je geen tarwe gebruikt, kun je speltbloem nemen en daar wijnsteenbakpoeder aan toevoegen. 12 gram zou voldoende moeten zijn, neem een tweede keer wat meer als je vindt dat de bodem te weinig is gerezen in de oven.
Voorverwarmen en invetten
Verwarm de oven alvast voor op 250 graden. Vet de bakplaat in met wat olijfolie. Strooi een beetje bloem over het aanrecht. Neem de deegbal uit de kom, leg hem op het aanrecht en rol hem uit tot hij groot genoeg is voor jouw bakplaat. Leg dan de uitgerolde deeglap op de bakplaat. Tijd voor de vulling!
Ingrediënten voor de vulling:
2 blikjes tomatenpuree van 140 gram of 2/3 pakje gezeefde tomaten, liefst zonder toegevoegde suiker
plakjes salami (denk om de Rapley-baby), wij kopen deze bij een bio-boerderijwinkel waarvan we bijvoorbeeld zeker weten dat de dieren geen antibiotica krijgen
1 grote rode paprika, liefst van een natuurwinkel als je het zo gezond mogelijk wilt doen
1 blikje tonijn in zonnebloemolie
champignons, ik koop biologische bij onze buurtsupermarkt
groene en/of zwarte olijven
eventueel een paar blaadjes verse basilicum, van de natuurwinkel
uien (deze gebruiken wij zelf niet, maar een ui geeft de pizza wel een lekkere pittige smaak)
geraspte kaas naar smaak
Verdeel nu eerst de tomaten(puree) met de bolle kant van een eetlepel over de deegbodem. Beleg deze vervolgens met salami (denk om de de Rapley-baby). Verdeel dan de andere ingrediënten over de bodem al naar gelang ieders smaak. Kinderen kun je daar leuk bij betrekken. Zet bakjes klaar met gesneden paprika, champignons, olijven enzovoorts. En laat dan iedereen zijn eigen pizzadeel beleggen. Strooi op het laatst de kaas erover.
De oven in
De pizza is snel klaar. Stel de oven in op 11 minuten. Misschien is jouw oven ietsje heter of minder heet dan mijn heteluchtoven, dus het kan zijn dat je een paar keer moet experimenteren voordat je weet hoe je met jouw oven de lekkerste pizza kunt maken.
Pas op: de pizza is erg heet, dus als je kleintjes hebt kan het nodig zijn om hem een paar minuten te laten afkoelen.
Lactosevrij en koemelkvrij: het kan
Leuk om te weten: zonder kaas is deze pizza ook lekker, vooral als je hem vóór het bakken even dubbelvouwt. Dat kan het beste als je aparte bakvormen gebruikt, zoals ik in de volgende alinea beschrijf. Dus wie net als ik melkproducten slecht verdraagt, kan toch gewoon deze pizza eten. Overigens: kun je wèl tegen sommige melkproducten maar niet tegen lactose, dan is het slim om oude kaas te kiezen voor het bestrooien. Daar zit geen lactose meer in.
Zie je wel: iedereen écht zijn eigen pizza!
Het is leuk om iedereen een aparte pizza te laten maken. In een gezin met kinderen van verschillende leeftijden heb je dan al gauw verschillende maten pizza’s nodig. Ik bak graag en veel en heb veel bakvormen. Voor een volwassene maak ik de pizza op een vlaaivorm, voor wat grotere kinderen op de bodem van mijn springvorm en in mijn boterkoekvorm. Onze Rapley-baby krijgt haar eigen minipizza van de bodem van een kinderspringvorm. En smullen dat ze doet!
Antroposofie. Veel mensen zijn erin geïnteresseerd, een aantal weten er ook echt wat van, maar het blijft voor veel mensen, merk ik, toch ook ongrijpbaar. Binnen de antroposofie is er angst voor vergrijzing. Om dit te voorkomen, zijn er jonge mensen nodig die zich voor de antroposofie interesseren. En die zijn er dus ook. Maar het probleem is, dat Steiners voordrachten en ideeën meer dan honderd jaar geleden opgetekend zijn. Het taalgebruik is daarom vrij plechtig, sommige theorieën doen gedateerd aan en daardoor wordt de antroposofie als geheel voor veel mensen ontoegankelijk. Zonde!
Toegankelijkheid van antroposofische inzichten
Een van de doelen van deze website is om antroposofie toegankelijker te maken.
Ikzelf weet wel wat van de antroposofie, met name van de pedagogische en spirituele kant. Maar ook voor mij zijn veel aspecten nog ongrijpbaar. Het is een zoektocht, en via het bloggen over mijn zoektocht wil ik antroposofie beschikbaar maken voor een groter publiek. Ook wil ik graag de man achter de antroposofie proberen te begrijpen. Daarom zal ik ook stukjes schrijven over Rudolf Steiner zelf.
Antroposofie = het leven zelf
Antroposofie is in feite een beschrijving van het leven zelf; van alles wat er om ons heen en in ons is als een geheel ervaren. Voelen dat dat zo is. Hoe meer mensen dit beleven, hoe harmonieuzer de wereld wordt.
Wat we zelf kunnen doen. Nu!
Om een harmonieuze samenleving te creëren, is het allereerst hard nodig dat we over grenzen heen stappen. Zoals de grens tussen oud en jong. Ik ben jong, ik ben het groentje. Ik wil graag leren van eerdere generaties. Maar tegelijkertijd weet ik heel veel, en kan iemand die ouder is dan ik, ook weer van mij leren. Als oud en jong openstaan voor elkaar, respect tonen, nieuwsgierig zijn naar elkaar, dan gaan we met elkaar leren, en dan kan de antroposofie vertaald worden naar de huidige tijd.
Het volgende citaat van Steiner vind ik hier goed bij passen:
“In de hele wereld zou deemoed tegenover degenen die onder ons staan en op wiens kosten wij ons hoger ontwikkelen, aanwezig moeten zijn. Als de plant zou kunnen denken, zou ze de steen moeten danken, dat hij de bodem geeft waarop zij een hoger leven kan leiden, en het dier zou zich tot de plant moeten neigen en zeggen: Aan jou dank ik de mogelijkheid om te bestaan -, en evenzo de mens ten opzichte van de hele natuur. En degene die hoger staat in de menselijke samenleving, moet buigen voor de onder hem werkenden en zichzelf zeggen: Als niet deze hardwerkende handen de nederige arbeid voor mij zouden verrichten, dan kon ik niet staan waar ik sta. – Niemand zou zich hoger kunnen ontwikkelen, als niet de bodem onder hem zou zijn voorbereid.”
Willen jullie ook bijdragen aan een beter begrip van de antroposofie in deze tijd? Vinden jullie het ook zo mooi om mee te werken aan die grote vertaalslag? Bijvoorbeeld door een gastblog hier, of door een interview? Laat het me dan weten in een reactie of in een mail. Hoe meer mensen er meedoen, hoe beter!
Sterrendaalders is een echt puur en antroposofisch bedrijf dat me erg aanspreekt. Sinds ik Sterrendaalders ontdekt heb, neem ik bijna dagelijks een kijkje op de website. Ik word ontzettend vrolijk van hun mooie maaksels! Sterrendaalders is het atelier aan huis van twee ouders uit Zutphen. In hun woonkamer maken ze de mooiste kabouters, sprookjes en elementen. Ze gebruiken duurzaam hout afkomstig van een lokale houthandelaar. Het hout schuren ze met de hand en ze beschilderen het met verf van Stockmar. De afwerking doen ze met 100% voedselveilige natuurlijke olie. Maar wat ik het belangrijkste vind is: alles wordt met heel veel liefde gemaakt. Dat zie ik, en dat voel ik.
Assortiment en prijzen
Sterrendaalders heeft een heel ruim assortiment houten figuren, geïnspireerd op de jaarfeesten, seizoenen, sprookjes en op de natuur. Je kunt de figuren ook puur bestellen, zonder kleur of beschilderingen. Dan kan je er thuis je eigen invulling aan geven. Of je kunt een opdracht geven, dan krijg je een figuur die er helemaal uitziet zoals jij dat wilt. Alle figuren zijn goed betaalbaar.
Eerste bestelling: een naamkabouter
Ik vond het ontzettend moeilijk om een keus te maken voor mijn eerste bestelling bij Sterrendaalders, maar uiteindelijk heb ik dan toch de knoop doorgehakt en een naamkabouter besteld voor mijn dochter. Sterrendaalders heeft een ruim assortiment kabouters in verschillende levendige kleuren, en met verschillende plaatjes. Deze naamkabouter is op mijn verzoek geel geverfd en heeft een zonnetje op haar buik, en draagt de naam van mijn dochter. Toen ik de bestelling eenmaal geplaatst had was het ook heel leuk om te wachten tot de kabouter bij ons thuis zou zijn, in de wetenschap dat zij op dat moment voor ons gemaakt werd.
Bezorging: zorgvuldig en gul
Binnen een week werd onze naamkabouter bij ons thuis bezorgd in een goed gesloten envelop met beschermingslaag binnenin. Toen ik de envelop openmaakte, trof ik niet alleen de kabouter aan, heel leuk verpakt, maar ook nog allemaal extra cadeautjes waar ik meteen heel blij van werd! Bijvoorbeeld het kaartje “De Bloemenkindjes” van Baukje Exler.
Seizoenstafel
De kabouter voelt zich al helemaal thuis op onze seizoenstafel, en ik ben al aan het nadenken over de aanschaf van een vriendinnetje voor haar.
Ik kan iedereen met een liefde voor sprookjes, duurzaamheid, kleur en houten speelgoed aanraden om de website van Sterrendaalders te bekijken! Oh, en trouwens, als je het je afvroeg: deze review is niet gesponsord, maar heb ik geschreven uit enthousiasme.
Mmmmm…pannenkoekjes met vlierbloesem! Dat is een recept dat ik nu echt even wilde uitproberen. Deze pannenkoekjes zijn lekker smaakvol, en ik vind het bovendien een leerzaam werkje om ze te maken. Kinderen kunnen vanaf jonge leeftijd al helpen bij het plukken, wassen en knippen van de bloesems.
Vlierbloesem verzamelen
Wat heb je nodig om vlierbloesem-pannenkoekjes te bakken? Naast alle gebruikelijke ingrediënten om pannenkoeken te bakken (meel, melk, ei, snufje zout), heb je natuurlijk vlierbloesem nodig. Je gaat dus eerst naar buiten, en je neemt mee:
Een tas of mand
Een kindveilige schaar
Een rozenkwarts of andere zachte edelsteensoort
Een open geest
Een bewust hart
Zoek de vlier
De vlier kenmerkt zich door de grote witte bloesemschermen, met kleine witte bloemen en knopjes. De vlierbloesems ruiken heerlijk, ze bloeien alleen voornamelijk in juni. De vlier groeit op heel veel plekken, meestal staat de plant niet alleen, maar vormt hij een soort haag langs wegen, paden, en tussen andere bomen. Je vindt de vlier in het bos, in het park, in de wei, maar ook in de stad. Je weet er vast wel een paar bij jou in de buurt.
Zomerzonnewende en Sint-Jan
Aan de vlier worden magische krachten toegekend, en hij zou in verbinding staan met de elfenwereld. Het is ook de boom van de zomerzonnewende, oftewel Litha. Vandaag, 21 juni, is het precies die dag, de zomerzonnewende van 2016. Vroeger werd Sint-Jan ook op deze dag gevierd, maar in de huidige tijd meestal op de eigenlijke heiligendag, 24 juni.
Zoek verbinding met de vlier
Zoek een plek op waar een aantal vlieren groeien. Ga dichtbij de eerste vlier staan, kijk of hij mooie grote schermen heeft die volledig in bloei staan (eventuele knopjes tussen de bloesems zijn niet heel lekker om te eten). Maak dan contact met de vlier. Dat doe je door je ogen te sluiten en de energie van de vlier te voelen in stilte. Laat je intentie spreken. Waarom ben je hier? En wat wil je met de bloesems van de vlier doen? Er komt een antwoord, je hoeft alleen maar te voelen. Als de vlier het goedvindt (en de meesten vinden het goed als je een aantal bloesems meeneemt), kun je voorzichtig een paar schermen afknippen met een stukje steel eraan. Neem niet alle schermen mee, laat de boom grotendeels heel. Ga zo verder naar de andere vlieren, tot je genoeg schermen hebt verzameld. Twee of drie grote bloemschermen zijn al genoeg. Bedank dan alle vlieren op de plek, en leg een rozenkwarts bij hen neer, tegen de stam. Je kunt ervoor kiezen om een centrale vlier te kiezen, waar je voor alle vlierstruiken de rozenkwarts bij neerlegt; bomen staan met elkaar in verbinding. Maar je kunt ook elke vlier apart een rozenkwarts geven. Als je klaar bent, neem je de vlierschermen mee naar huis.
Bak je vlierbloesempannenkoekjes
Thuis spoel je de schermen zachtjes schoon in de gootsteen. Daarna laat je de schermen even uitlekken in een vergiet. Maak intussen een pannenkoekbeslag zoals je gewend bent. Ik deed het zo:
250 gram Kabouterpannenkoekmeel
500 ml Rijstmelk
1 ei
Een snufje zout
Kluts alles goed door elkaar met een garde tot een glad beslag.
Pannenkoeken met hele vlierbloemschermen
Je kunt de vlierpannenkoeken op twee manieren maken. De eerste manier, te zien op de afbeelding bovenaan, gaat zo:
Smelt een klontje (plantaardige) boter of olie in de pan, en giet beslag in de pan. Zet de pan op middelhoog vuur. Pak een heel vlierbloemscherm, en druk dit met de bloemen naar beneden in het beslag in de pan. Wacht tot de onderkant van de pannenkoek droog is, en draai de pannenkoek om. Even kort bakken, en dan op een bord laten glijden met de steel omhoog. Deze manier is vooral leuk voor kinderen: Je kunt de pannenkoek van de vlier af eten. Let op: eet alleen de bloesems, NIET de steel.
Pannenkoeken met losse vlierbloesems
De tweede manier kost iets meer werk, en gaat zo:
Voordat je beslag in de pan doet, knip je de bloesems van de schermen, en je vangt ze op in een schaaltje. Doe dan een klontje boter of olie in de pan op middelhoog vuur, giet er beslag in, en strooi dan een handje vlierbloesems over de pannenkoek. Keren als de bovenkant niet meer vochtig is. Deze manier is subtieler, en het eet ook iets makkelijker. Je kunt de bloesems ook meteen door het beslag roeren.
Veel plezier met het bakken van jullie vlierpannenkoeken! Ze zijn het lekkerst met vers fruit, zoals appel, aardbeien of kersen.
Weer carnaval! Het grote verkleedfeest, en van uitbundig plezier voor groot en klein! Als kind vierde ik het carnavalsfeest in Duitsland, en later in het katholieke Oldenzaal in Twente. Ik weet niet beter of je viert dit feest met een mooi kostuum en een grote optocht van praalwagens. Op de vrijeschool hoort carnaval bij de jaarfeesten, en dit jaar zijn we er uitzonderlijk vroeg bij.
De herkomst van het carnavalsfeest
Carnaval werd al gevierd in voorchristelijke tijden, al heette het toen natuurlijk nog niet zo. Mensen wilden de kwetsbare, ontwakende natuur beschermen tegen boze geesten. Daarom zetten zij afschrikwekkende maskers op en trokken bijpassende kleren aan. Veel kabaal makend met pannen, koebellen en andere geschikte spullen trokken ze gezamenlijk door hun velden.
Carnaval in de christelijke kalender
Binnen het kerkelijke jaar heeft het carnavalsfeest een plek voor het begin van de lijdenstijd, die officieel start met Aswoensdag en die een periode inluidt van 40 dagen vasten voor het Paasfeest. De avond voor Aswoensdag wordt Vastenavond genoemd, en oorspronkelijk was dat ook de enige dag waarop carnaval werd gevierd; later heeft het feest zich steeds verder uitgebreid. Officieel duurt het drie dagen, maar in sommige streken worden er al vanaf 11 november, de “elfde van de elfde” carnavalsactiviteiten gehouden. Het woord “carnaval” komt waarschijnlijk van het Italiaanse carne levare: het “wegnemen van het vlees”- een manier dus om het vasten aan te duiden. Geen wonder dat carnaval altijd een eetfeest is geweest- nog even goed schransen voordat je de broekriem ging aanhalen!
Het carnavalsfeest als ritueel
Carnaval is een omkeringsritueel: maatschappelijke rollen worden omgedraaid (liefst vanachter een masker, zodat niemand ziet wie je écht bent) en normen over gewenst gedrag worden even losgelaten. Je mag je te buiten gaan, en je mag de machthebbers de waarheid zeggen. Dat laatste is in Nederland lang niet altijd een onderdeel van dit feest.
Carnaval op de vrijeschool
Op de vrijeschool is het carnavalsfeest vooral een verkleedfeest voor de jongere kinderen, waarbij veel spelletjes en liedjes horen. Dus ik zou zeggen: veel plezier met het maken en dragen van de kostuums, en met de spelletjes!
Pinksteren: 50 dagen na Pasen, 10 dagen na Hemelvaart. Het feest is nu vooral bekend als een christelijk feest, maar heeft een oudere, heidense oorsprong. Die vinden we nog terug in de vele oude gebruiken van de meitijd, de Pinkstertijd. Pinksteren is een feest van de lente in haar meest uitbundige tooi van bloesems en bloemen, van vogels, licht, lucht en kleur. Maar ook: de bekroning van de cyclus van jaarfeesten.
De christelijke oorsprong van Pinksteren
Pinksteren is het feest van wat genoemd wordt “de uitstorting van de Heilige Geest”. De bijbel vertelt over een gebeurtenis tien dagen na de hemelvaart van Jezus en vijftig dagen na Pasen. De naam Pinksteren is ook afgeleid van deze tussenruimte in de tijd; het Griekse pentèkostè betekent: vijftig. Wat gebeurde er? Eerst horen de apostelen het geluid als van een grote windvlaag, die het hele huis vult. Daarna verschijnen er “tongen als van vuur”, die op ieder van hen neerdalen. Vanaf dat moment spreken ze alle talen ter wereld, en kunnen ze geïnspireerd (door de spiritus sanctus, de Heilige Geest) de wereld in om te vertellen wat Jezus hen heeft geleerd. Hun eigen persoonlijke ontwikkelingsweg draagt daarmee eindelijk vrucht.
De antroposofische visie
Pinksteren is in de antroposofie, net als in de kerk en in de folklore, een feest met zeer veel aspecten. De goddelijke inspiratie van ons aardse leven speelt ook hier een hoofdrol; Pinksteren is een bekroning en beloning van ons streven naar een leven dat het aardse overstijgt. Wil je een grondig en goed leesbaar overzicht van alle spirituele ascpecten van het Pinksterfeest, dan is het boek “Schipper mag ik overvaren” van Juul van der Stok een absolute aanrader.
Pinksteren voor kinderen
De diepere betekenis van het Pinkserfeest is aan jonge kinderen nog niet heel goed over te brengen, maar kan goed verbeeld worden in een aantal spelletjes en gebruiken, waarvan het dansen rond de meiboom misschien wel de bekendste is. Ik zal de komende tijd een aantal blogs wijden aan de meitijd, de Pinkstertijd.
Geïnspireerd door dit blog? Vertel ons ook eens hoe jullie het doen, Pinksteren vieren. We zijn heel benieuwd!
Grappig. Toen Naomi en Alice op bezoek waren om de herfst-seizoenstafeluitleg en de demonstratie vast te leggen, werd ook de doos ‘herfst’ gefotografeerd. Hoe simpel. Hoe praktisch. Iedereen heeft thuis een ‘Kerst’-doos of bak, maar een seizoensdoos…daar denk je niet zo gauw aan. Bij mij prijken vier seizoensdozen in de kast, voor elk seizoen één.
Grote doos, kleine doos
Eerlijk is eerlijk, niet elk seizoen heeft een grote bewaarbak nodig. De herfst is mijn favoriete seizoen en dus puilt de betreffende doos nogal uit. De lentedoos is al leger en de zomerdoos spant de kroon: een aantal vilten bloemen en twee mini-poppetjes… de rest levert het seizoen gelukkig zelf. Ik heb geen vaste regels gevolgd bij het samenstellen van de dozen. Toch kan ik ze goed gebruiken als richtlijn voor de jaarfeesten. Het geeft houvast en dat is prettig.
De vier seizoenen en de jaarfeesten
Het houvast zit hem ook in de volgorde van de vieringen:
Herfst:Michaelsfeest, Sint Maarten, en eventueel Allerheiligen/Allerzielen, Sint Nicolaas en (begin van) Advent.
Best veel feesten dus! Voor Michael zou er een draak in kunnen zitten, van vilt, maar ook geregen van eikels of kastanjes, bijvoorbeeld. Voor Sint Maarten een lantaarn, voor Sinterklaas..tja, wat niet? Ten slotte heb ik de basis voor een adventskrans: een krans van stro en vier schijfjes van een boomstammetje waar ik de kaarsen op zet.
Winter:Advent, Kerst, Driekoningen, Maria Lichtmis.
De seizoenstafel wordt in de Kersttijd ook deels een kerststal als je dat fijn vindt: Kerststalfiguren, maar ook (gevouwen, geknipte) sterren vullen de doos. Voor de drie koningen zouden wierook, mirre en goud leuk zijn, maar pyriet is een flink stuk goedkoper dan goud en geen kind ziet het verschil. Voor Maria Lichtmis hoef je niets specifieks in de doos te bewaren, maar misschien wil je eens vilten sneeuwklokjes maken? Dan past dat natuurlijk geweldig!
Lente: Palmpasen, Pasen, Pinksteren, Hemelvaart.
Hoera! De aarde ademt weer uit, de bloemenkinderen komen weer naar boven. Bolletjes zijn onontbeerlijk op de lentetafel. Beschilderde eieren van voorgaande jaren kunnen bewaard zijn in de doos, net als kuikentjes en een paashaasje. Op school zie je de Pinksterbruid en -bruidegom op de seizoenstafel staan onder een bloemenboog. Dat kan ook bij jou, natuurlijk! Met hemelvaart vliegen witte duiven boven de seizoenstafel. Bij mij gaan ze al jaren mee, simpele creaties van papier.
Zomer:St Jan.
De natuur biedt alles wat je nodig hebt op de seizoenstafel: bloemen, uitgelopen takken. Binnen de vrijeschool wordt vaak een zee-thema gebruikt om de vakantie aan te duiden: gevonden schelpen, een bootje, uitgeknipte vissen, om maar wat te noemen.
Tip: koop kaarten en maak transparanten
Om het je nog gemakkelijker te maken: maak gebruik van kaarten en transparanten. Met tien kaarten heb je al een mooie verzameling om elke viering te dekken. Ze zijn eenvoudig en goedkoop aan te schaffen. Transparanten zijn een treetje moeilijker. Zelf maken vraagt een avondje werk, maar wat een resultaat! Uitgesneden (niet geknipt) dik papier, ingekleurd met vloeipapier werkt het gemakkelijkst. Neem de tijd om dit te ontwikkelen, daar kan best een paar jaar overheen (ik ben blijven steken bij St Maarten en St Nicolaas…). Hier komt vast nog een blog over!
De lichtfeesten- we vieren ze vanaf 40 dagen vóór tot 40 dagen ná Kerst. In deze tijd van het jaar is het buiten donker en koud, alle oogsten zijn achter de rug. Je wordt teruggeworpen op je eigen licht, vanbinnen. Je maakt er ruimte voor, het mag groeien, je mag het delen. Mijn eigen leven is een verhaal van duisternis en licht, en vandaag wil ik graag met jullie delen hoe ik mijn innerlijke licht ben gaan toelaten.
Duisternis
Ik kan kort zijn over de oorzaak van duisternis in mijn leven: vanaf mijn kindertijd ben ik gevoelig geweest voor depressie, en iedereen die dat zelf ook kent, weet wat dat betekent. Je ervaart de zin van het leven niet meer, alles lijkt donker en zinloos. Ik had vooral de grote pech dat ik niet de juiste diagnose kreeg. Jarenlang zwierf ik van dokter naar dokter, van regulier naar alternatief en weer terug. Niemand snapte wat er mis was.
Diagnose
Op het dieptepunt, ik was toen al eind veertig en lag de hele dag op bed, kwam ik zelf op het idee dat ik misschien een depressie had. Mijn man heeft me naar de huisarts gebracht. Na een consult van een half uur was het duidelijk: ernstige depressie. Medicijnen sloegen niet aan en op de juiste hulp heb ik nog heel lang moeten wachten, maar de doorbraak was er nu: ik wist wat mij mankeerde. Dat was, zogezegd, mijn eerste vonkje licht.
Doorbraak
Voor mij is het dus vooral erg belangrijk geweest dat ik wist wat er aan de hand was. De depressie vertelde me aldoor dat ik mezelf moest beschermen door in bed te blijven, dat ik niets meer kon en liefst ook geen mensen moest zien. Nu snapte ik, dat ik die raad niet meer op moest volgen.
Drie stappen per dag
Wat ik deed? Eigenlijk gewoon wat ik kon. De eerste tijd was ik in staat om halverwege de ochtend drie stappen te zetten naast mijn bed. Dus dat deed ik. Na een week of twee werden het er vier. Na een maand kon ik de trap weer af, en nog wat later zelfs even naar buiten lopen, de tuin in.
Verder groeien
Ik ben zo door blijven gaan. Toen ik eenmaal kon wandelen, deed ik dat, eerst heel kort, later langer. Ook ben ik mijn dag-nachtritme gaan herstellen: stipt om 7 uur opstaan zo gauw dat mogelijk was, om 10 uur ’s avonds naar bed. Het opstaan op die tijd was veruit het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen, maar wat hielp het goed!
Weer taken op me nemen
Ik knapte zo goed op dat ik na een ongeveer een jaar weer de basale dingen kon, huishouden, wandelen, naar afspraken gaan. Niet veel later zette mijn man zijn eigen bedrijf op, en nam ik de boekhouding op me. Het beviel zo goed om weer aan de slag te zijn, dat ik ook zijn website maakte.
Eigen baas
De volgende stap was: zelf eigen baas worden. Ik schreef me in bij de Kamer van Koophandel en ging websites maken en webteksten schrijven voor andere ondernemers. En nog weer wat later kwam datgene wat ik nu doe: Met Naomi bloggen voor Antroposofisch Leven. Voor mij een droom die uitkwam.
Delen
Ik moet zeggen dat ik mijn verhaal heel lang niet heb willen delen. Ik wilde de duisternis in mijn leven liefst zo snel mogelijk vergeten. Tot ik het een paar vertrouwelingen vertelde. Tot mijn verbazing zagen zij mijn verhaal juist als een teken van kracht, en zelfs als een voorbeeld voor anderen. Dit gaf mij moed, en nu ben ik er open over.
Filmpje
Het ging zelfs zover, dat het project Kracht On Tour graag een kort filmpje wilde maken van mijn leven nu, om andere vrouwen een hart onder de riem te steken. Want het leven kan hard zijn, en dan is het fijn als je weet van iemand die een eigen uitweg heeft gevonden. Het filmpje is op 27 november vertoond, en wat was het bijzonder om daarbij te mogen zijn! Ik mag het filmpje delen, dus staat het onder aan dit blog.
Mijn boodschap
Ik hoop dat jullie mijn boodschap eruit kunnen halen: Ga op zoek naar je eigen innerlijke licht, laat die groeien als je kunt en doe dat vooral op jouw manier. Daar zijn geen voorschriften voor en daar mag ook niemand over oordelen. En wees je vooral ervan bewust dat jij een waardevol mens bent. Altijd.
Eerder noemden we deze plant al in het artikel over de Priona Tuinen. Zevenblad, ook wel tuinmansverdriet genoemd.
Woekerplant
Hij is zowat de nachtmerrie van elke achtertuin en hovenier….de groene plant met zijn karakteristieke zeven blaadjes. Zevenblad is een woekerplant, en neemt snel veel ruimte in. In de tijd van het Romeinse Rijk werd zevenblad overal geplant, en zo verspreidde het zich in rap tempo. Zevenblad wordt in sommige landen als bodembedekker gebruikt, omdat het een sterke en makkelijke plant is, en weinig ruimte laat tussen het blad. Ook krijgt zevenblad een mooie, witte bloem.
Geneeskrachtig en lekker
Dit kunnen allemaal heel vervelende eigenschappen zijn als je niet op de aanwezigheid van zevenblad zit te wachten.. maar.. waarom iets tegenwerken wat eigenlijk heel positief is? De plant is behalve dat hij heel sterk is, ook geneeskrachtig. En bovendien heel lekker! De smaak doet enigszins aan peterselie denken. Vroeger hoorde zevenblad tot de eerste verse planten die men at na de winter; de jonge scheuten komen op vanaf februari.
Zevenblad bevat veel vitamine A en C en de mineralen kalium, calcium en magnesium. Tegenwoordig schijnen veel mensen een magnesiumtekort te hebben, dus is het eten van deze plant voor hen zeer geschikt! Hieronder geven we een paar tips en een recept, en gaan we verder in op de geneeskrachtige werking van de plant.
Je kunt zevenblad eten:
In een salade als alternatief voor sla
Zoals spinazie door bijvoorbeeld een pasta
Pesto
Wat ook heel lekker is, is pesto met zevenblad, en het is heel simpel vers te maken:
Doe wat zevenblad, pecorino (Italiaanse schapenkaas), walnoten, knoflook, olijfolie en peper en zout in een kom. Meng alles fijn met een vijzel en stamper. Meng dan alles goed door elkaar. Blijf mengen tot er een glad mengsel ontstaat en: de pesto is klaar. Lekker door de pasta of op stokbrood.
Goed voor de nieren
Zevenblad staat bekend als middel om de werking van de nieren te versterken. In de nieren hopen zich allerlei afvalstoffen op; zevenblad zorgt ervoor dat de afvalstoffen via de urine afgevoerd worden. Alleen al het eten van zevenblad is dus geneeskrachtig.
Tuinmansverdriet? Dus niet!
Al met al zouden wij zevenblad liever betitelen als “tuinmansvreugd”! Eten jullie weleens zevenblad? Heb je een lekker recept? Laat het ons weten!
De werken en voordrachten van Rudolf Steiner gaan dikwijls over pedagogie, biologisch-dynamische landbouw, en de samenleving. Waar meestal geen tot weinig aandacht aan besteed wordt, is zijn werk over de paranormale werelden en natuurwezens. Ik beschouw juist ook deze inzichten van Rudolf Steiner als zeer waardevol, en wil er graag over schrijven.
Om te beginnen: het lijkt zo te zijn dat de gemiddelde westerse mens het paranormale ver van zich af vindt staan. Het wordt soms als raar of ongrijpbaar gezien. We moeten daarbij niet vergeten dat de gemiddelde mens alleen bewust leeft en handelt vanuit zijn fysieke lichaam. Het lichaam waarmee hij bewust dingen doet en aanraakt.
We bestaan uit verschillende lagen
Zelf ga ik er, net als Rudolf Steiner, van uit dat de mens uit verschillende lagen bestaat die met elkaar samenwerken. Ons fysieke lichaam is maar één van die lagen. We hebben die nodig om hier op aarde te functioneren. Maar niet alleen ons fysieke lichaam “doet” dingen. Er is bijvoorbeeld ook het astrale lichaam, dat waargenomen wordt en kan waarnemen in de bovenzinnelijke wereld.
Paranormale waarneming
Een van de mooiste en meest inspirerende opvattingen van Rudolf Steiner vind ik zijn opvatting over paranormale waarneming. Hij was van mening dat deze waarnemingen ons als mens pas een volledig bewustzijn geven. Ze moeten niet verkregen worden in een trance, maar juist bij een volledig helder bewustzijn, zegt hij. Ik sluit me daarbij aan, aangezien een heldere staat van bewustzijn veel veiliger en krachtiger is. De “fout” die veel mensen maken die geïnteresseerd zijn in het spirituele, is dat ze teveel openstaan en daardoor ook vatbaar zijn voor negatieve ervaringen en energie wanneer zij een verlaagd bewustzijnsniveau, een trance, bereiken.
Veiligheid bij paranormale waarnemingen
Er wordt ook vandaag de dag nog te weinig aandacht geschonken aan het goed bewaken van de grenzen en onze veiligheid wanneer we in aanraking komen met de bovenzinnelijke werelden. Denk aan spelletjes met een ouija-bord en pendelen. Hiermee kan je krachten opwekken waar je geen weet van hebt. Je bent niet voorbereid en hebt geen bescherming. Bovendien is het bewustzijnsniveau verlaagd tot een trancebewustzijn.
Train je waarneming
Rudolf Steiner waarschuwde hier al voor, en schreef een boek over het leren waarnemen en trainen van je individuele waarnemingsvermogen van de bovenzinnelijke wereld op een veilige en volledig bewuste manier. Het boek heet “De weg tot inzicht in hogere werelden”, en beschrijft nauwkeurig hoe je jezelf kan trainen om op een veilige manier zicht te krijgen in de hogere werelden. Met “hogere werelden” bedoelt hij de wereld na de dood of voor de geboorte, het leven tussen de levens en de werelden naast de onze, zoals die van de natuurwezens. In zijn boek beschrijft hij dit alles zeer wetenschappelijk en beschouwelijk. Het is bedoeld als handleiding voor diegenen die oprecht hun leven willen verrijken en tot hogere inzichten willen komen. Rudolf Steiner geeft praktische oefeningen en uitleg, en spoort aan tot nuchterheid en standvastigheid om deze inzichten eigen te maken en te begrijpen.
Is Rudolf Steiner vergeten?
Bij mij roept het lezen van dit werk ook vragen op. Rudolf Steiner was een zeer groot spiritueel denker, hij was ook wetenschapper, pedagoog en filosoof. Waarom wordt hij zo weinig besproken? Zelfs binnen de antroposofie wordt dit belangrijke onderdeel van zijn werk vergeten. Soms wordt Rudolf Steiner zelf volledig vergeten.
Alles is met elkaar verbonden
Mijn conclusie is dat Rudolf Steiner de eenheid van alles zag, maar dat dat inzicht voor de meesten van ons niet te bevatten is. We hebben de neiging om alles om ons heen en in onszelf als losse delen te zien. Om de staat van helder bewustzijn te bereiken die Rudolf had, moeten we eerst met onszelf aan de slag. Pas dan kunnen we begrijpen, dat er geen verdeeldheid is.
Onbewust leven
Ik sluit graag af met een citaat van Rudolf Steiner over wat er gebeuren kan als je sterft zonder in je leven bewust geweest te zijn:
” Als wij ons tussen geboorte en dood niets anders verwerven dan gedachten die alleen op de zintuiglijke wereld betrokken zijn, die aan het leven in de uiterlijke wereld ontleend zijn, dan is dat onze innerlijke wereld tijdens het fysieke leven en dat zal onze buitenwereld zijn na onze dood. En het gevolg daarvan is, dat de zielen die geen moeite gedaan hebben zich bewust te worden dat achter de fysieke wereld de spirituele wereld is, na de dood zo lang gebannen zijn in de in de aards-zintuiglijke sfeer, tot zij na de dood – waar het veel moeilijker is – zich vrijgemaakt hebben van het geloof, dat er geen geest is, van de gewoonte niet naar het spirituele te kijken. Een geestelijke omgeving van een andere soort te hebben, dan het de aards-materiële is, kan alleen verworven worden doordat wij door de dood gaan met gedachten, die zich ervan bewust zijn, dat er een geestelijke wereld bestaat. Daarom zullen zielen die zich dit bewustzijn niet verwerven, na de dood in de aardse sfeer vastgehouden worden. .”
Rudolf Steiner op 28 november 1917 tijdens een voordracht in Bern
Ook wil ik jullie graag deze aflevering uit de serie De Volmaakte Mens aanraden. Het gaat over ons “ik”bewustzijn.
Nu ben ik wel benieuwd of jullie je aangesproken voelen door dit deel van de antroposofie. Kennen jullie “De weg tot inzicht in hogere werelden”?
Borstvoeding vind ik in al z’n aspecten enorm interessant, en ik vind het heel inspirerend om de verhalen van andere vrouwen over borstvoeding te lezen. Borstvoeding blijkt namelijk een beleving en een studie op zich te zijn. In de facebookgroep van La Leche League stelde ik een vraag over tandemvoeden. Tandemvoeden is het borstvoeden van meerdere kinderen tegelijk. Is het überhaupt mogelijk, vroeg ik me af. Dat is het zeker…
Drie kinderen aan de borst
Over dit onderwerp interviewde ik Sammy (25), mama van een zoontje van 2 en een jongenstweeling van negen maanden.
Sammy ziet borstvoeding geven als een logisch gevolg van de zwangerschap. Je doet het puur zoals het vanzelf al gaat; je krijgt een kind en de beste voeding die je kan geven is borstvoeding, dus die geef je dan. Toen haar eerste zoontje geboren werd kwam de borstvoeding snel op gang, en waren er eigenlijk geen problemen, op een paar tepelkloven na. Alles ging van een leien dakje. Samen vlogen Sammy en haar zoontje door de borstvoedingsperiode heen. In de week van zijn eerste verjaardag ontdekte Sammy dat ze opnieuw zwanger was, van een tweeling zo bleek al snel.
“Droog” drinken aan de borst
Een bewuste keuze om haar oudste zoontje te blijven voeden heeft ze niet gemaakt. Hij liet duidelijk merken er nog niet klaar voor te zijn om te stoppen met drinken, en dus dronk hij de hele zwangerschap door bij Sammy. Veel vrouwen ervaren een productiedip tijdens een nieuwe zwangerschap, of de productie stopt tijdelijk zelfs helemaal onder invloed van de hormonen. Sommige kinderen blijven dan “droog” door drinken, en dat deed Sammy’s zoontje ook. In het begin van de zwangerschap was er nog gewoon melk, maar rond achttien weken werd dat toch een stuk minder. Hij was toen al één geweest, dus een fles hoefde hij niet per se meer te krijgen. Sammy wilde hem wel graag melk blijven aanbieden, en toen zij in het ziekenhuis werd opgenomen voor hyperemesis gravidarum (extreme zwangerschapsmisselijkheid) kolfde ze iedere dag. In totaal had ze twee keer per dag ongeveer een opbrengst van dertig cc. Omdat Sammy toen regelmatig niet thuis kon zijn om haar zoontje de borst te geven voor zijn middagslaapje en ’s avonds, gaf haar vriend hem op die momenten kleine flesjes met koemelk en havermoutpap, zo bleef het melkdrinken wel in stand in Sammy’s afwezigheid. Haar zoontje was toen niet meer afhankelijk van borstvoeding als hoofdvoeding, en dronk ook al prima uit een rietjesbeker, bijvoorbeeld thee of vers vruchtensap.
Tandemvoeden in het verleden
Tijdens de zwangerschap van de tweeling las Sammy verschillende verhalen over tandemvoeden, onder andere eentje over minnen. Een min was een vrouw die voor één of meer andere vrouwen het voeden op zich nam. Dat was in het verleden heel gewoon, en voor de adel vaak zelfs verplicht. Sommige minnen voedden wel zes kinderen! Sammy was er dus van overtuigd dat drie kinderen voeden prima zou lukken. Maar toen de tweeling er eenmaal was bleek het in de praktijk toch best moeilijk te zijn.
Afstemmen en hechten
De eerste keer dat haar oudste zoontje zijn broertjes zag drinken was dat een beetje vreemd voor hem maar ook heel interessant. Hij kwam er meteen bij zitten en wilde zelf ook graag drinken. Sammy legde aan hem uit dat zijn broertjes nog erg klein zijn en vaak willen drinken. En dat als ze klaar zijn, hij dan ook mag drinken. Dit ging heel goed, en Sammy ervoer weinig jaloezie van haar oudste zoon. Hij dronk ook vaak tegelijk met een broertje als de ander al klaar was. Hierdoor ontstond er al snel een goede hechting tussen hem en de tweeling.
Plannen: zes uur per etmaal voeden
Praktisch gezien is een tweeling voeden net even wat meer ‘werk’. Gelukkig bestaan er speciale voedingskussens voor tweelingen, die Sammy graag gebruikt. De tweeling drinkt meestal tegelijk bij Sammy, omdat ze zich ook vaak tegelijk melden voor een voeding. Als ’s nachts een van de twee wakker wordt, wekt Sammy ook zijn broertje, en legt ze allebei aan. Anders komt Sammy niet aan haar eigen nachtrust toe: de tweeling vraagt ’s nachts nog vaak om de twee uur om voeding. In het openbaar voeden van de tweeling kan eigenlijk niet goed tegelijk. Het is niet te doen om discreet twee kinderen tegelijk te voeden; dan moet het wel om en om. Sammy’s oudste zoontje drinkt nog drie keer per dag bij Sammy, en daar kan ze nu op een heel andere manier van genieten dan toen hij nog een baby was. Hij begint soms te kletsen tijdens het voeden, en zegt dan “Ikke alle melk opgedronken, mama,” en zijn gezichtje straalt. Sammy is ongeveer zes uur per etmaal bezig met voeden van haar drie zoontjes.
Een gemiddelde dag uit het leven van Sammy
“Tussen acht en negen uur ’s ochtends worden we wakker, alledrie de jongens zijn uitslapers. Ik voed de tweeling op bed zodat ze nog even tevreden zijn. Daarna ga ik mijn oudste zoontje halen. Hij vindt het fijn om nog even bij me in bed te liggen, en drinkt dan ook bij me. Daarna kleed ik hem en mezelf aan en breng ik hem naar beneden. Hij mag dan even voor de tv. In die tijd kleed ik zijn broertjes aan en neem ik ze mee naar beneden.
Ik ontbijt met de oudste, die daarna zelf gaat spelen. De tweeling wil tegen die tijd vaak weer drinken. Na die voeding doe ik iets in het huishouden, en daarna gaan we naar buiten. Vaak heb ik de tweeling in de draagdoek en gaat de oudste op zijn fietsje. Als we terug zijn is het tijd voor een boterham en wat fruit, en tijd voor de tweeling om te drinken. Na het middageten breng ik de oudste naar bed voor zijn middagslaapje met een verhaaltje, een liedje, en zijn tweede voeding.
Tijdens zijn middagdutje heb ik de tijd om de woonkamer op te ruimen, te stofzuigen en te dweilen, en komt de tweeling meestal voor nog een voeding. Daarna speel ik met ze. Tegen die tijd wordt de oudste weer wakker, en eten we samen nog wat fruit. De rest van de middag is voor iets leuks, zoals koekjes bakken, naar de kinderboerderij of de speeltuin. Uiteraard wordt de tweeling in die tijd ook weer een of twee keer gevoed. Aan het einde van de middag komt mijn vriend thuis, die dan alle mannen even van me overneemt. In die tijd kan ik koken (soms met een van de drie in de draagdoek op mijn rug) en gaan we samen eten.
Na het eten vraagt de tweeling vaak om voeding en speelt de oudste nog eventjes. Als het zijn bedtijd is, herhalen we het bedritueel van zijn middagslaapje en gaat hij meestal rustig slapen. ’s Avonds wil de tweeling vaak clusteren, dus dan zit ik met twee baby’s en een pot thee op de bank en kom er meestal pas af als we zelf naar bed gaan.”
Mooi en zwaar
De dagelijkse realiteit van het voeden van drie kinderen is voor Sammy zowel heel mooi als ook zwaar gebleken. Het is lang niet altijd leuk, en Sammy geeft veel om haar zoontjes te kunnen borstvoeden. Het is af en toe best een gevecht om de tweeling goed te laten groeien, waardoor Sammy niet altijd van de borstvoeding kan genieten. Aan de ene kant blijft het een vanzelfsprekend iets voor haar dat ze drie kinderen tegelijk voedt, maar aan de andere kant is het ook verbazingwekkend voor haar waar haar lichaam toe in staat is. Ook geestelijk is er veel kracht en doorzettingsvermogen voor nodig. Op sommige momenten zag ze het voeden ook niet meer zitten. Ook werd haar door mensen uit haar omgeving soms afgeraden om door te blijven voeden, omdat opgemerkt werd hoe zwaar het soms was voor Sammy. Maar op de momenten dat ze een van haar zoontjes bij zich neemt, moe of verdrietig, en ze hem aanlegt en voelt hoe hij ontspant, weet ze dat het het allemaal waard is.
Powermama
Ik vind Sammy een echte powervrouw, een voorbeeld voor andere vrouwen, en een mama in hart en ziel! Door haar doorzettingsvermogen en kracht, is het gelukt om de tweeling uiteindelijk goed te laten groeien op moedermelk alleen.
En hoe staat het met jou? Heb jij ook kinderen van verschillende leeftijden gevoed, of een tweeling?
Thuisonderwijs kan op vele manieren gegeven worden, het is maar net wat bij je past. Zo bestaan er ook methodes uit verschillende onderwijsstromingen die je kunt aanschaffen of downloaden. Heb je interesse? Veel informatie vind je op thuisonderwijs.nl.
Unschooling
Ilse gebruikt geen bestaande methode in haar thuisonderwijs, maar volgt echt haar kind. Dat is ook het allerbelangrijkste voor haar; dat het kind zich vrij mag ontwikkelen, en er ruimte is om talenten te ontdekken en dat kinderen mogen zijn wie ze zijn. Op deze manier is er ook geen sprake van competitie en toetsing. Ook de druk om steeds op een bepaald niveau te zitten valt weg. Deze manier word ook wel “unschooling” genoemd.
Vlindertuin
“Wij gaan uit van de natuurlijke interesse van onze kinderen”, vertelt Ilse. Kort geleden is ze naar een vlindertuin geweest, waar de kinderen verschillende vlinders konden bekijken en ook de metamorfose konden waarnemen. Ilse’s oudste dochter vond het erg interessant, en bleef erover vertellen. Deze manier van werken bevalt goed. Wanneer de interesse in een onderwerp duidelijk aanwezig is, haalt Ilse met de kinderen een boek daarover uit de bibliotheek. Ook zoeken ze samen het onderwerp buitenshuis op, en knutselen ze thuis iets wat ermee te maken heeft. Zo zijn ze een tijdje met het onderwerp bezig, en gaat het leerproces op een heel natuurlijke manier. Ilse draagt dus geen verplichte lesonderwerpen aan, maar volgt de aangeboren interesse van haar kind.
In en om het huis
Ilse’s oudste dochter heeft met name veel interesse in alles wat Ilse in en om het huis doet. Ze mag dan vaak meehelpen, en leert zo heel veel. Als Ilse bijvoorbeeld achter de naaimachine zit, mag haar dochter stofjes knippen. Ilse blijft haar dochter wel prikkelen en uitdagen als ze dingen tegenkomen die interessant kunnen zijn. Maar als de interesse wegebt of er gewoon niet is, dan laten ze het voor wat het is.
Structuur aanbieden of juist niet?
Ilse brengt bewust geen structuur aan in het thuisonderwijs. Ze heeft dat voorheen weleens geprobeerd, maar het is gebleken dat het niet fijn werkt voor hen. Een vriendin die ook thuisonderwijs geeft, brengt juist wel structuur aan, voor hen werkt het wel goed.
Thuisonderwijs samen met anderen
De kracht van thuisonderwijs zit ook in het leren van en met anderen buiten de eigen thuisonderwijs-situatie. Als je met thuisonderwijs begint, dan is het belangrijk om een kring van andere TO’ers om je heen op te bouwen. Thuisonderwijzers uit de regio ondersteunen elkaar. “We hebben elkaar nodig,” zegt Ilse. “Minimaal twee dagen in de week komen er verschillende thuisonderwijsgezinnen uit de regio samen in een van onze huizen om samen te spelen en samen te leren. Als het bij mijn vriendin is, dan krijgen mijn kinderen dus een iets meer gestructureerde dag mee,” vertelt ze. “Maar als het bij ons is, dan bouwen we een hut van wilgentakken omdat we net de wilgen op ons erf gesnoeid hebben, of misschien doen we wel heel iets anders.” Juist die diversiteit is al een les op zich, leren dat iedereen uniek is en zijn eigen manier heeft, is al leerzaam voor de kinderen. En vooral ook leren dat dat mag.
Ondersteun elkaar
Het belangrijke sociale aspect is dus ook aanwezig, omdat de kring van thuisonderwijzers uit de regio regelmatig samenkomt met hun kinderen. Het samen leren en samen spelen gaat op een heel natuurlijke manier. In Ilse’s kring komen er in totaal steeds acht kinderen uit drie gezinnen samen, in ongeveer dezelfde leeftijden. De sfeer is onderling erg ontspannen, je zou het kunnen omschrijven als een grote gezinssituatie waarin er veel geleerd wordt. Ook hier wordt niet getoetst, en heeft iedereen zijn eigen tempo. Zonder de thuisonderwijskring zou het wel veel zwaarder zijn, en zou een thuisonderwijzer erg eenzaam zijn, de TO-kring ondersteunt elkaar echt.
Zelf thuisonderwijs geven? Lees Ilse’s advies
Als je overweegt om thuisonderwijs te gaan geven, dan heeft Ilse het volgende advies:
Word lid van diverse facebookgroepen over thuisonderwijs, stel je daar voor, en vraag alles wat je weten wilt. Zoek vooral ook een facebookgroep voor thuisonderwijs in jouw eigen regio op. Vraag of je eens langs mag komen bij TO-gezinnen in de buurt om inspiratie op te doen en eens in de praktijk mee te maken wat thuisonderwijs betekent. Lees veel over de verschillende methodes, en kies wat bij je past. Ga ook bij jezelf na wat je beweegreden is om thuisonderwijs te gaan geven. Als je twijfelt, is het goed om te weten dat een kind vanaf vijf jaar pas leerplichtig is, en je het dus een jaar kunt proberen. Na dat jaar alsnog je kind aanmelden bij een school kan dus gewoon. Je kind kan bovendien ten alle tijden naar school, maar als je kind eenmaal naar school gaat, kan je vaak geen vrijstelling meer krijgen om thuisonderwijs te geven.
Nadelen van thuisonderwijs
Natuurlijk zijn er ook nadelen verbonden aan het geven van thuisonderwijs. Zo is het best moeilijk voor Ilse om te werken, ze kijkt nu of ze gastouder kan worden. Op die manier kan ze thuisonderwijs blijven geven, werken, en hoeft ze zich geen enkele zorg meer te maken over het sociale aspect voor haar kinderen. Er zijn dan immers dagelijks kinderen aanwezig. Daarnaast blijven er vaak oordelen komen uit de omgeving van Ilse, wat het soms moeilijk maakt.
Of Ilse haar dochter lange tijd thuisonderwijs blijft geven, weet ze niet. “Voor nu staan we er helemaal achter en gaat het prima zo. Maar als we het idee krijgen dat ze iets mist, of dat we echt buiten de gemeenschap van het dorp komen te staan, dan staan we open voor een school. Dat is ook iets om samen met haar te beslissen. “
Het is weer september en aan het eind van de maand, vlak na de herfstevening, wacht het Michaelsfeest op ons. Dit feest met zijn spannende verhaal waarin een draak verslagen wordt heeft een bijzondere, diepere betekenis. Juist daardoor kan het door groot en klein worden gevierd.
Michael en de draak
Het verhaal van Michael en de draak vinden we terug in de bijbel. In de Openbaring van Johannes wordt verteld dat de aartsengel Michael vecht tegen een draak. Uiteindelijk verslaat de engel de draak, en laat hem in de diepte storten. Het gevecht vindt plaats in de hemel, en de duiding ervan is niet heel vergezocht. De draak is namelijk het symbool voor de duivel, voor het kwaad. Het verhaal gaat dus over het verslaan van de kwade, duistere machten.
Sint Joris en….de draak
Nu is er een oude, Middeleeuwse legende die aan dit verhaal doet denken: het verhaal van Joris en de draak. Joris was een dappere ridder, die een monsterlijke draak versloeg. Hij redde daarmee in één moeite door het leven van een prinses, die aan de draak geofferd zou worden. Joris, geen engel maar een mens zoals wij allemaal, verbeeldt hier de moed die we nodig hebben om het slechte te bestrijden.
Jonge kinderen
Het mooie van het Michaelsfeest is, dat de jongste kinderen zich aangesproken zullen voelen door het spannende verhaal van de ridder en de draak. Het is gemakkelijk om hier spelletjes en verkleedpartijen bij te verzinnen.
Oudere kinderen
Oudere kinderen zullen begrijpen dat er een diepere laag is, en dat de draak niet zozeer een monsterlijk ondier is, maar eerder symbool staat voor het slechte in de wereld. Met hen kun je bewustzijn ontwikkelen van goed en kwaad. En ook zullen ze begrijpen dat je moed nodig hebt om het kwaad dat je om je heen ziet, te bestrijden.
Het Michaelsfeest voor volwassenen
Ga je nog dieper, dan helpt dit verhaal je, om er jezelf aan te spiegelen. Ieder mens bergt in zichzelf immers ongewenste, minder goede kanten. Je hebt er moed voor nodig om dat van jezelf onder ogen te zien en er wat aan te doen. Zo gezien is het Michaelsfeest een mogelijkheid voor bezinning. Je kunt je afvragen: “Wie ben ik? En welke rol wil ik in de wereld spelen?” Het feest gaat dus in essentie over je eigen identiteit, en hoe je die vormgeeft.
Meer dan spannend
Het Michaelsfeest heeft nog meer betekenissen dan in dit blog wordt verteld. Daarover, en over de manier waarop het gevierd kan worden later meer.
Warmte is een begrip waar veel over geschreven is in de antroposofie. Zoals Edmond Schoorel in het citaat hierboven schrijft, valt in het tegenovergestelde van warmte, in de kou, alles stil. En zo is het ook wel, als je erover nadenkt. Wanneer je het warm hebt, voel je je fijner, fysiek gezien. Maar ook geestelijk heeft warmte veel invloed op ons. Dan heb ik het niet alleen over de prettige warmte die we ervaren in ons lijf, maar ook over emotionele warmte. Liefde en verliefdheid voelt warm, blij zijn of verrast voelt warm. Ik kan me nog goed herinneren dat ik me als kind heel bewust was van alle emoties die ik voelde, en de bijbehorende warmte of kou. Om goed te kunnen groeien, is warmte van groot belang, stelt Edmond Schoorel. En als ik op mijzelf afga, ben ik dat met hem eens.
Warme handen, koude handen
Even heel praktisch… toen ik vroeger naar school fietste in de winter, en handschoenen droeg (die niet van wol waren), waren mijn handen toch verkleumd en koud als ik op school aankwam. Ik kon mijn fiets niet goed op slot zetten omdat mijn handen door de kou niet reageerden zoals ik wilde. Eenmaal in de klas (na heel lang ploeteren) warmde ik mijn handen aan de kachel. Het duurde lang om weer opgewarmd te zijn. Schrijven of handwerken ging na zo’n gebeurtenis niet zo soepel als normaal. De koude had dus direct invloed op mijn functioneren. Nu valt het in mijn voorbeeld nog heel erg mee, maar gebrek aan warmte kan veel ernstiger gevolgen hebben. Wanneer we te koud gekleed gaan, worden we ziek, en in sommige gevallen kan te veel kou zelfs levensgevaarlijk zijn.
Omhullende warmte
Baby’s en jonge kinderen zijn extra gebaat bij warmte. Warmte van de ouder, en warmte van de kleding. Vroeggeboren kinderen ontwikkelen zich beter als zij in wol en zijde gekleed worden. En kleding van natuurlijke materialen is sowieso in de eerste zeven levensjaren erg belangrijk. In deze periode ontwikkelt zich het immuunsysteem, en vormt het kind het eigen ik, en daalt het in zijn lichaam. Kleding van wol, zijde en katoen kan ondersteunen bij dit proces. Mooi om te weten: warmte van de ouder staat gelijk aan de goedheid waarmee je een kind omhult. Tijdens de hele opvoeding, maar vooral ook weer tijdens die cruciale eerste zeven jaren.
Ondergoed van wol
Door kleding van wol te dragen, leren kinderen om hun eigen lichaamswarmte goed te reguleren. Ze hebben het dus niet snel te warm of te koud. Vanuit de antroposofie wordt aangeraden om baby’s altijd een wollen of wolzijde romper te laten dragen, en alleen bij heel heet weer een romper van katoen. Als je kindje eenmaal zindelijk is, vervang je de romper door een wollen hemd en een wollen onderbroek.
Warme wol=veiligheid
Wollen onderkleding heeft nog een ander voordeel. Met deze laag kleding, die direct op de huid gedragen wordt, is je kind letterlijk omhuld door warmte. Dat geeft een veilig gevoel. Kinderen (en volwassenen ook trouwens) denken vaak onbewust nog terug aan de tijd in de baarmoeder, waar moeders warmte hen helemaal omvatte. Wollen ondergoed komt dicht bij dit gevoel.
Advertorial. Schapenvachten. Menig antroposofische ouder is er verzot op! Ik ook. In het bedje, in het autostoeltje, in de box en als speelkleed… je kunt nooit genoeg schapenvachten hebben. Baby’s laten slapen en spelen en ook simpelweg gewoon laten liggen op een schapenvacht heeft vele voordelen voor de gezondheid. Zo wordt de kans op astma sterk verminderd, en kan de baby zijn temperatuur veel beter reguleren.
Alleen.. er is een maar.
Vachten van dode schapen
Schapen worden vaak gefokt voor hun vlees en voor hun vacht. Natuurlijk kun je tegenwoordig biologisch vlees kopen bij de bioboer, en dan weet je dat het dier dat op je bord ligt een goed leven heeft gehad. Er is bovendien een ruim aanbod van biologische schapenvachten te vinden, en ook dan weet je dat het schaap het goed heeft gehad. Alleen is het schaap van jouw biovacht dus wel dood, mogelijk is het zelfs gestorven puur om het verhandelen van zijn vacht. Het kan anders!
Vegetarische viltvachten
Er is nu een alternatief dat alle gezondheidsvoordelen van een “gewone” schapenvacht heeft maar waarvoor er geen dier gestorven is. Het heet “een vegetarische viltvacht”.
Vegetarische viltvachten zijn precies even mooi als “gewone” vachten. Ik vind ze zelfs mooier. De naam slaat uiteraard op het feit dat het dier dat de vacht gegeven heeft, nog leeft. En: het dier in kwestie zal nog vele jaren vachten kunnen blijven geven. Zelf heb ik ook een vegetarisch viltvachtje, met een prachtige spiraal op de achterkant. Het is lekker zacht en warm, en kouwelijk als ik ben, zit ik er graag op, vooral ’s avonds.
De productie van een vegetarische viltvacht
Viltvachten worden gemaakt van de geschoren vacht van een schaap. De vacht/haren worden op een laag wolvlies gevilt met zeep en water. Dat kan in een bepaalde vorm, zoals een hart of een ovaal, maar natuurlijk ook gewoon in de vorm van een “gewone” schapenvacht voor het meest natuurlijke effect.
Naast dat het diervriendelijk is, zijn vegetarische viltvachten ook milieuvriendelijk. De huid hoeft niet gelooid te worden, en dus worden er geen chemicaliën gebruikt. Het hele proces van het vachtvilten wordt ondersteund door water en zeep alleen. Je maakt de viltvacht met je blote handen.
Zelf maken in een workshop of gewoon kopen
Marjel Neefjes en haar man runnen samen de schaapskudde Grebbeveld Schapen&zo. Marjel vilt vachten van hun eigen schapen, en organiseert ook met regelmaat vachtviltworkshops. Zo kun je dus je persoonlijke vacht komen vilten!
Kijk voor meer informatie over viltvachten op de website van Marjel.
Pas sinds april vliegen de harembroeken en wikkelrokken ons om de oren op de Antroposofische Marktplaats, maar de verkoopcijfers van Het Rode Kastje zijn nu al denderend. Wij willen graag meer weten over de vrouw achter Het Rode Kastje!
Ondernemende hulpverlener
Marije Busch (34) is van huis uit hulpverlener, maar na jaren in het vak besloot ze het roer om te gooien. Uit haar liefde voor het opknappen van tweedehands meubels en eerlijk geproduceerde kleding ontstond Het Rode Kastje. Ze zegde haar baan op, wat ze heel eng vond, en waagde de gok. Ze bouwde een webshop op en begon op markten te staan. Na het eerste succes en vele positieve reacties, besloot ze verder te gaan.
Fair trade producten
Een van de belangrijkste dingen voor Marije is dat de dingen die ze verkoopt fair trade zijn. Er is geen kinderarbeid of een andere vorm van uitbuiting aan te pas gekomen. Alle producten komen tot stand op een eerlijke manier, en zijn ook nog eens uniek.
Werk en privé in balans
Marije kan met Het Rode Kastje haar werk-privé balans beter behouden. Als haar kinderen naar de opvang en naar school zijn, besteedt ze tijd aan Het Rode Kastje, als de kinderen thuis zijn brengt ze haar tijd grotendeels met hen door. In de avonduren is Marije op zoek naar markten om te staan en promoot ze Het Rode Kastje.
Met de rugzak op stap
Marije’s persoonlijke favorieten zijn een zwart polkadot jurkje in jaren dertig stijl en de grote rugzak, Marije draagt hem altijd bij zich als ze op stap gaat.
Een zonnige toekomst
Over vijf jaar zou Marije graag willen dat Het Rode Kastje winstgevend genoeg is om ervan te leven, maar er rijk van worden hoeft ze niet. Het belangrijkste vindt zij dat ze het evenwicht tussen werk, gezin en geliefden kan bewaren terwijl ze iets doet wat ze leuk vindt.
Positieve feedback van mensen die iets bij haar gekocht hebben, of het sturen van een foto waarop ze het product dragen vind Marije het allerleukst. Ze wordt er blij van, en weet dan dat ze de juiste producten inkoopt. Producten die je gegarandeerd doen glimlachen!
Harembroek en rugzak: ik kan erop uit!
Ik heb zelf een wikkelrok, harembroek en rugzak bij Het Rode Kastje aangeschaft (zie bovenstaande foto’s), en ben er heel gelukkig mee! De kledingstukken behoren tot mijn favoriete kledingstukken, en de rugzak is prachtig en heel handig. Ook voor mijn dochtertje heb ik een prachtige harembroek gekocht, die ze zal kunnen dragen rond de tijd dat ze begint te lopen.
Kies voor geluk
Tot slot heb ik Marije gevraagd welke boodschap ze ons wilde meegeven:
“Doe wat je gelukkig maakt en blijf niet hangen in een leven dat bekend is maar ongelukkig maakt. Gedij niet in ‘het is oké’, maar ga voor ‘ik ben ultiem gelukkig’.
Pasen, Hemelvaart, Pinksteren: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We kennen Hemelvaart natuurlijk van het dauwtrappen, maar wat betekent het feest eigenlijk? Ik onderzocht het en ontdekte dat Rudolf Steiner een heel mooie visie had op Hemelvaart, die heel anders is dan ik vroeger heb geleerd.
De Hemelvaart van Jezus Christus
Met Pasen herdenken we dat Jezus Christus is gestorven en uit de dood is opgestaan. Volgens de bijbelteksten van het Nieuwe Testament was Jezus daarna nog veertig dagen bij zijn leerlingen, en hij ging door met hen te onderwijzen. Op de dag van zijn Hemelvaart zegende hij hen en “nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok hem aan hun ogen.” (Handelingen der Apostelen 1:9). Je stelt je voor dat Jezus langzaam wegzweeft en dan achter een wolk verdwijnt, precies zoals je het op oude schilderijen kunt zien. Hij verlaat dan dus de aarde, gaat van ons weg.
Hemelvaart = Aardevaart
Volgens Rudolf Steiner heeft Jezus Christus de aarde helemaal niet verlaten- integendeel. Hij breidde zich juist uit, werd groter en groter en werd één met de hele aarde. Ik vind deze visie niet heel gemakkelijk te begrijpen, maar ik stel me hierbij voor dat de energie van Christus eerst nog geconcentreerd was in zijn opstandingslichaam, dat heel veel leek op zijn gewone lichaam van toen hij nog leefde. Tijdens de Hemelvaart verspreidde zich zijn energie en stroomde langzaam uit over de hele aarde, werd één met alle energieën die er hier zijn. Een ultieme verbinding met de aarde en alles wat erop leeft, ook met alle mensen.
Hemelvaart vieren met kinderen
Hemelvaart valt altijd in de uitbundige bloesemtijd van de lente (dit jaar zelfs op Bevrijdingsdag, 5 mei), en dat sluit mooi aan bij de betekenis. De aarde krijgt nieuwe energie en ontwikkelt zich. Op de dag zelf gaan veel mensen dauwtrappen, en dat is een mooie manier om het feest te vieren. Dat kun je ook als gezin goed doen. Je staat op met zonsopgang en gaat met picknickmand en al naar buiten om de natuur op te zoeken. Overal vind je jong groen, bloesems, dieren die zich weer laten zien in de lente. Je hoort de vogels zingen, je ruikt de frisheid van het seizoen. Ik ben zelf vaak verbaasd hoe heerlijk je je gaat voelen simpelweg door te zien, voelen en horen wat er allemaal gebeurt in de natuur op deze dag. Ik voel me dan meestal als herboren- en sluit dat niet prima aan bij Hemelvaart?
Bronnen: Bijbel, Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem 1978
Juul van der Stok, Schipper mag ik overvaren, Adventum 2015
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Strictly Necessary Cookies
Strictly Necessary Cookie should be enabled at all times so that we can save your preferences for cookie settings.
If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.